De aanlevering van uitbetaalde bedragen aan derden (UBD) is sinds 2022 igewijzigd en dien je nu via het gegevensportaal van de Belastingdienst aan te leveren. Je dient je hiervoor wel eerst aan te melden bij de Belastingdienst.
Voor de aanlevering van de UBD maakt het uit of je een loonheffingennummer hebt of niet.
- Heb je een loonheffingennummer? Dan ben je een "inhoudingsplichtige uitbetaler".
- Heb je geen loonheffingennummer? Dan ben je een "niet-inhoudingsplichtige uitbetaler"
Inhoudingsplichtigen moeten de volgende informatie aanleveren:
- De uitbetaalde bedragen.
- De datum van uitbetaling.
- De persoonsgegevens van degene aan wie u heeft uitbetaald (naam, adres, geboortedatum)
- Het burgerservicenummer van degene aan wie u heeft uitbetaald.
Niet-inhoudingsplichtigen moeten dezelfde informatie aanleveren, met uitzondering van het burgerservicenummer.
De UBD geldt voor de betalingen aan de volgende personen
Niet-inhoudingsplichtigen moeten informatie aanleveren over uitbetalingen aan personen die niet bij hen in dienstbetrekking zijn en die de werkzaamheden of dienst niet als ondernemer uitvoeren.
Inhoudingsplichtigen moeten informatie aanleveren over uitbetalingen aan personen die niet bij hen in loondienst zijn, en die geen factuur uitreiken, of die wel een factuur uitreiken maar daarop geen BTW vermelden.
Voor inhoudingsplichtigen is de groep van personen waarvoor informatie moet worden aangeleverd dus veel groter.
LET OP: De Belastingdienst benadrukt dit in een vraag-en-antwoord toelichting die zij heeft gemaakt bij het portaal dat is opengesteld. De voorwaarde over de vermelding van BTW betekent immers dat ook informatie moet worden aangeleverd voor uitbetalingen die zijn gedaan aan:
- Ondernemers die BTW-vrijgestelde prestaties leveren; bijvoorbeeld zzp-ers in het onderwijs, zzp-ers in de zorg of in de jeugdzorg.
- Ondernemers die gebruik maken van de kleine ondernemersregeling (KOR).
Vanwege deze administratieve lastenverzwaring is de regeling op vorig jaar al aan de orde gesteld in het Beconoverleg tussen Belastingdienst en de diverse beroepsoragnisaties koepels. De uitkomst van dit overleg is dat de Belastingdienst welwillend zal omgaan met verzoeken om uitstel voor het doen van de opgaaf UBD.
Lukt het je niet om voor 1 februari as de opgave UBD te doen, vraag dan in ieder geval uiterlijk 31 januari as uitstel aan voor het doen van deze aangifte.